Foto's & Links
Tenzij anders is aangegeven zijn deze door mijzelf gemaakt met de Canon Powershot S 40 gekoppeld aan de KOWA TSN-823. De vermelde brandpuntsafstanden zijn omgerekend naar kleinbeeldformaat, dit is gebruikelijk bij digitale camera's omdat het ons meer aanspreekt. De totale brandpuntsafstand is het product van scoopvergroting en brandpuntsafstand van het cameraobjectief. Bij gebruik van het 32xWide oculair en de S40 in tele-stand wordt de brandpuntsafstand dus f=32x105=3360 mm.
Uit de afbeeldingen wordt duidelijk welke problemen zich voor kunnen doen maar ook welke geslaagde opnamen er mogelijk zijn.
Klik op de foto('s) voor een grote afbeelding.
Afbeelding 1.
Hieruit blijkt de enorme vergroting die bij digiscoping mogelijk is. Rechtsboven zien we de vignettering die bij het zoomoculair kan optreden.
Rechtsonder de met de S40 maximaal haalbare vergroting bij f=50x105=5250 mm.
Afbeelding 2.
Het gezichtsveld van het 32xWide oculair bedraagt 370 cm. op 100 m.
De afmeting van het schijnraam bij groothoek-stand bedraagt 205x273 cm² en in tele-stand slechts 80x107 cm² op 100 m.
Bij gebruik van de 50x vergroting is het gezichtsveld nog kleiner. (afb. 1 en 6)
Afbeelding 3.
Bevestiging van de S 40 aan de telescoop. Een bronzen huls past zuiver om het oculair, dat van alle rubber onderdelen is ontdaan.
Deze huls wordt met één schroef vastgezet zodat deze snel is aan te brengen. D.m.v. drie boutjes is een L-vormige constructie aan de huls bevestigd.
Deze boutjes passen in ruime gaten waardoor een zuivere centrering van het cameraobjectief mogelijk wordt. De camera rust tegen een horizontale strip, om verdraaien tegen te gaan, en wordt met een statiefschroef (1/4") vastgezet. Daaronder zit een vierkant kokertje waarin het staafje van de diaviewer past.Afbeelding 4.
Hier wordt de invloed van vergroting en luchttrilling zichtbaar. De afstanden zijn zo gekozen dat er steeds een even groot beeld van de kaart ontstaat.
Afbeelding 5.
De invloed van luchttrilling in de praktijk. Deze jonge Buizerd werd om 20.00 uur opgenomen met f=32x105=3360 mm. op een afstand van ca. 100 m. bij laag staande zon. Hoewel door de telescoop elk veertje was te onderscheiden werd de opname niet scherp, voornamelijk als gevolg van luchttrillingen.
Deze luchtbeweging was, na een warme zomerdag, ook door de telescoop te zien.
Afbeelding 6.
Niet alleen voor de vogelaar kan digiscoping van belang zijn. Uit deze opname van de maan, gemaakt met f=50x105=5250 mm., blijkt nog eens het kleine gezichtsveld bij deze sterke vergroting. De belichtingstijd was 1/10 sec bij ISO 100. Een langere belichtingstijd geeft te veel onscherpte daar de maan langzaam door het beeld loopt.
Afbeelding 7.
Bij sterke vergroting en hoge contrasten wordt een overstraling zichtbaar die duidelijke kleurranden veroorzaakt. Het verschijnsel wordt veroorzaakt door kleurfouten in de niet geheel op elkaar afgestemde optische systemen. Ook kan er het z.g. "blooming" optreden in de CCD, d.w.z. het overspringen van electronen van een pixel naar z'n buren. Bij deze uitvergrote kop van de Kruisbek zien we duidelijk de blauwkleuring van de snavel.
Veel digitale opnamen vertonen dit verschijnsel waar we weinig tegen kunnen doen. Dus hoge contrasten vermijden en een zo klein mogelijke vergroting gebruiken. Op de computer kunnen we plaatselijke kleurranden soms minder hinderlijk maken door daar de kleurverzadiging te verminderen.Afbeelding 8.
Een geslaagde opname van een Grauwe Vliegenvanger bij f=32x105=3360 mm. 1/40 sec. diafr. 4.9. Afstand ca. 15 m.
Ondanks de sterke vergroting geen last van luchttrilling omdat de vogel op korte afstand in de schaduw zat. Aan het prikkeldraad is duidelijk te zien dat de dieptescherpte slechts enkele centimeters bedraagt.
Afbeelding 9.
Deze geslaagde opname van een Groenpootruiter werd door Laurents ten Voorde gemaakt met de Coolpix 995 achter een Leica Apo-Televid 77.
De camera was ingesteld op 2.8Mpix, diafragma 10.3 bij 1/40 sec.
De afstand tot de vogel bedroeg ca. 90 m. en de brandpuntsafstand was f=20x114=2280 mm.
Afbeelding 10.
Met de opname van een Zwarte Stern bewijst Willem Hartholt dat het fotograferen van vliegende vogels ook mogelijk is. Hij maakte de opname met een S40 achter de KOWA 823 en gebruikte de kleinst mogelijke vergroting f=20x35=700 mm. De sluitertijd was 1/1000 sec. bij diafragma 3.3. In dit geval werd de camera op een bepaalde positie ingesteld en werd gewacht tot de vogel door het beeld vloog. Er mislukt zo natuurlijk veel maar de enkele goede opnamen geven des te meer voldoening.Afbeelding 11.
Deze Torenvalk nam ik op vanuit de auto, waarbij de telescoop op een zelfgemaakt raamstatief (afb. 14) was bevestigd. Een auto werkt als een prima schuiltent en de valk was tot op ca. 30 m. te benaderen. De gebruikte brandpuntsafstand was f=20x105=2100 mm. met een sluitertijd van 1/400 sec. bij diafragma 4.9
Afbeelding 12.
Een digitale camera (Olympus E-20) gekoppeld aan de AN/PVS-2 restlichtversterker. Deze drietraps restlichtversterker werd o.a. door de Amerikaanse troepen tijdens de golfoorlog gebruikt. Hij versterkt in de schemering de geringe hoeveelheid licht meer dan 50.000 x, en staat bekend om z'n (voor nachtzichtapparatuur) relatief grote scherpte.
Afbeelding 13.
Een nachtopname gemaakt met de op afb. 12 afgebeelde apparatuur.
De koe stond op ca. 50 m. afstand en was in het donker met het blote oog niet zichtbaar. Brandpuntsafstand: f = 3.6x140 = 500 mm.
Afbeelding 14.
Een zelfgemaakt raamstatief dat op twee plaatsen aan de ruit wordt vastgeklemd en door een extra poot is ondersteund. De Manfrotto statiefkop 128 RC is geplaatst op een niveleerkop zodat het statief ook voor videofilmen gebruikt kan worden. De meeste in de handel zijnde raamstatieven zijn voor digiscoping niet stabiel genoeg.
Afbeelding 15.
De foto-adapter van KOWA met een brandpuntsafstand van 850 mm. die in de plaats komt van het oculair. Door de geringe lichtsterkte f/10.5 zijn vaak lange belichtingstijden vereist. De vlak voor de opname omhoog klappende spiegel veroorzaakt gemakkelijk bewegingsonscherpte. De beeldkwaliteit kan onder gunstige omstandigheden even goed zijn als bij digiscoping. De randscherpte is eveneens goed en contrastrijke voorwerpen zijn minder met blauwe randen omzoomd dan bij digiscopen met sterke vergroting.
Afbeelding 16.
De door KOWA vervaardigde adapter bestaat uit twee ringen. De eerste ring wordt (om het oculair) aan het telescoophuis vastgeschroefd (A en B). Daaromheen gaat een tweede ring die met één schroef is vast te zetten (C). Aan deze ring passen verloopringen in de diameters 28, 37, 43 en 52 mm.
Alleen camera's met een filtervatting en een inwendige zoom zijn daaraan te bevestigen. Helaas zijn de meeste compacte digitale camera's daarvan niet voorzien zodat het geen universele constructie is. Het 50 mm. standaard objectief van de (analoge) Canon F1 geeft alleen vignettering langs de korte zijden van het beeld. Om deze vignettering zoveel mogelijk te voorkomen levert KOWA ook een 27x oculair met een groter eye-relief. Omdat het zoomoculair langer is dan de andere, dient daarvoor nog een derde verlengingsring te worden gebruikt. De totale prijs van deze drie onderdelen komt daarbij op ca. € 240.=Afbeelding 17.
De ZEISS Quick-Camera-Adapter. Een adapter die alleen past op de Zeiss-telescopen. De telescoop en de camera worden op de adapter geschroefd.
Daarna komt het geheel op het statief. De camera is in drie richtingen te verstellen zodat deze zuiver achter de scoop gecentreerd kan worden.
De arm waarop de camera rust kan 45 graden omhoog worden gebracht waardoor de adapter geschikt is voor zowel een rechte, als voor een 45 graden inkijk. Helaas zit er wel wat speling op de scharnierconstructie waarvan we moeten afwachten of deze wellicht bewegingsonscherpte kan veroorzaken.
De camera-arm is opzij te zwenken zodat het mogelijk is, door de telescoop kijkend, het onderwerp te volgen (zie onderste afbeelding). Op zich een heel aardige constructie, alleen jammer dat de schroef waarmee de camera wordt bevestigd te lang is. De meeste camera's zullen dus niet te bevestigen zijn en men is genoodzaakt een stuk van de schroef af te (laten) slijpen. Erg knullig, en Zeiss zou daar toch snel iets aan moeten doen.
De adapter weegt 870 gram en de stevige prijs bedraagt ca. € 350.=Afbeelding 18.
De Swarovski adapter DCB-ATS. Deze adapter maakt het mogelijk camera's d.m.v. een statiefschroef te bevestigen aan Swarovski telescopen.
Evenals de Zeiss-adapter past dit hulpstuk dus niet op telescopen van andere merken. De adapter wordt eenvoudig, met een enkele klem op de telescoop bevestigd. De camera zit op een omhoog te zwenken arm zodat de scoop ook snel zonder camera gericht kan worden. Het zoomoculair is bij gebruik van deze adapter nog goed te bedienen. Zoals het hoort bij een universele adapter, is de camera in drie richtingen te verplaatsen. De hoogteverstelling geschiedt d.m.v. een stelschroef met inbussleutel waardoor de camera verticaal zuiver is in te stellen. De instelling voor de beide andere richtingen gaat echter veel te zwaar en "schokkerig" zodat het zuiver centreren een zeer moeilijk karwei is. Daarbij komt nog dat dit instellen bij veel camera's steeds opnieuw moet geschieden zodra accu of geheugenkaart aan de onderzijde moet worden verwisseld (zoals o.a. bij de Canon S40, S45, S50, S60, A70, A75 en A80).
De Swarovski technici zouden daar toch iets anders voor moeten bedenken. De adapter weegt 432 gram en de prijs bedraagt € 370,=.
Enkele websites met informatie over digiscoping. Er zijn tientallen, meest buitenlandse sites te vinden op het internet. Dit is slechts een greep die verre van volledig is.
Algemene informatie:
http://www.md.ucl.ac.be/peca//a.shtml
Adapters:http://www.lensadapter.com/optical_article.shtml
Camera testen:http://www.dpreview.com/reviews
http://www.steves-digicams.com/hardware_reviews.shtml
http://www.imaging-resource.com
Foto's:http://users.pandora.be/gunther.groenez/birds.shtml
http://christian.kerihuel.free.fr/Numeriscopages/numeriscopages.shtml